Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij geve u [5]den zegen van Abraham; aan u, en uw zaad met u, opdat gij erfelijk bezit het land [6]uwer vreemdelingschappen, hetwelk God aan Abraham gegeven heeft. 5. Dat is, die Abraham beloofd is, boven, hfdst.12 vs.3,7, en hfdst.15 vs.1,4,5,7 en hfdst.17 vs.5,6,8. 6. Zie boven, hfdst.17 vs.8.